AAOP – wat moeten we daar mee?

Weblogs

Ambtenaren zijn natuurlijk gek op afko’s, maar eentje die bij veel HR-adviseurs en managers niet tot de verbeelding spreekt is het AAOP. In dit artikel nemen we jullie mee in de wereld van AAOP en geven we praktische tips voor als je te maken hebt met medewerkers die AAOP (gaan) ontvangen.

AAOP staat voor ABP Arbeidsongeschiktheidspensioen. Het AAOP is een aanvulling op de WIA-uitkering van de medewerker, extra inkomen dus. Het woord pensioen doet misschien denken dat dit pas aan de orde is als een medewerker tegen de 70 aan loopt, maar niets is minder waar. Als deelnemer van ABP ben je via het AAOP verzekerd voor de gevolgen bij arbeidsongeschiktheid.  

Kort gezegd komt het erop neer dat een medewerker die een WIA-uitkering krijgt, vaak nadat hij 104 weken arbeidsongeschikt was, recht heeft op dit AAOP. Als een medewerker WIA krijgt, valt er na 1 tot 3 maanden een brief van ABP bij de medewerker op de mat waarmee de medewerker (met terugwerkende kracht) het AAOP kan aanvragen. De hoogte van het AAOP is afhankelijk van het arbeidsongeschiktheidspercentage, het UWV-dagloon en de soort WIA-uitkering.

Fijn voor de medewerker, maar wat betekent dit voor de werkgever?

Dat de medewerker een aanvulling krijgt op zijn WIA-uitkering is natuurlijk fijn. Toch moeten wij daar als werkgever iets mee zolang het dienstverband nog voortduurt. Bijzonder bij het Rijk is namelijk dat de werkgever ook na 104 weken ziekte het maandinkomen (voor 70%) doorbetaalt zolang de werknemer nog in dienst is. Bij de meeste werkgevers stopt de doorbetaling van het loon na 104 weken arbeidsongeschiktheid. Omdat wij het maandinkomen wél doorbetalen zou dit betekenen dat de werknemer na 104 weken arbeidsongeschiktheid zijn WIA-uitkering, AAOP én zijn maandinkomen gestort krijgt. Je kunt je voorstellen dat het niet de bedoeling is dat het maandinkomen dubbelop wordt uitbetaald. In de CAO Rijk is geregeld dat er verrekend moet worden. 

De praktijk bij het Rijk is meestal zo dat de WIA-uitkering aan de werkgever wordt uitbetaald. Daarmee is dan ook direct geregeld dat WIA en maandinkomen niet dubbelop worden uitbetaald aan de werknemer. Regel dit bij de aanvraag van de WIA-uitkering (daar moet een vinkje aangezet worden om de uitkering naar de werkgever uit te betalen) en bespreek dit met de medewerker. In de CAO Rijk is in hoofdstuk 8.2 het volgende geregeld:

8.2 Maandinkomen bij ziekte tijdens dienstverband

Vanaf de eerste dag dat u arbeidsongeschikt bent, betaalt uw werkgever uw maandinkomen gedurende 52 weken volledig door. Daarna betaalt uw werkgever 70% van uw maandinkomen, ook als u na 104 weken nog in dienst bent. Vanaf het moment dat uw werkgever u 70% van uw maandinkomen uitbetaalt bedraagt uw IKB-budget 19,80% van uw tot 70% verlaagde salaris. Als u recht heeft op een ABP Arbeidsongeschiktheidspensioenuitkering (AAOP) wordt de hoogte van deze uitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid in mindering gebracht op uw maandinkomen. Als u tijdens uw arbeidsongeschiktheid vakantie-uren of gekregen IKB-uren opneemt, ontvangt u tijdens uw (vakantie)verlof altijd uw volledige maandinkomen. 

Voor het AAOP is van belang dat is bepaald dat de hoogte van de uitkering na 104 weken arbeidsongeschiktheid in mindering wordt gebracht op het maandinkomen.

De praktijk

De medewerker die recht heeft op een WIA-uitkering krijgt een brief van ABP waarmee hij zijn AAOP-uitkering kan aanvragen. Je kunt je voorstellen dat het best wel ingewikkeld wordt als deze uitkering door de werknemer wordt ontvangen – meestal buiten het zicht van de werkgever – en achteraf verrekend moet worden met het maandinkomen. Daarom is de praktijk dat werkgever en werknemer gezamenlijk ABP machtigen om de uitkering naar de werkgever over te maken. Als dit is gebeurd, is de verrekening van het AAOP geregeld en hoef je als werkgever niets meer te doen.


Helaas is de praktijk vaak weerbarstiger. Dat een medewerker recht heeft op AAOP en dat verrekend moet worden, wordt over het hoofd gezien óf een medewerker vraagt zijn AAOP (nog) niet aan. Toch moet je als werkgever dan alsnog – en het liefst zo snel mogelijk - handelen. Ga in gesprek met je medewerker en regel alsnog samen de aanvraag en machtiging. Als dit echt niet lukt dient de verrekening alsnog maandelijks plaats te vinden of bij het einde van het dienstverband. Wijs je werknemer erop dat, ook als hij de uitkering (nog) niet aanvraagt of de werkgever niet machtigt, het recht op uitkering sowieso verrekend moet worden. Uitstel is dus geen afstel. 

Onze tips

  • Als een medewerker een WIA-uitkering aanvraagt en krijgt, wees dan alert op zijn recht op AAOP. Bespreek al bij de aanvraag dat het AAOP verrekend moet worden en vul met hem het machtigingsformulier in. Controleer ook of dit daadwerkelijk is gebeurd. Het formulier voor de machtiging is te downloaden via deze link: Arbeidsongeschikt | ABP Werkgevers.
  • Als een medewerker wél AAOP krijgt, maar deze wordt niet naar de werkgever overgemaakt, kan de werkgever er ook voor kiezen het AAOP maandelijks te verrekenen, mits we de hoogte van de uitkering weten. Deze is terug te vinden in de brief van het ABP met het bedrag. Wil de werknemer daar geen inzicht in geven, dan kan het Kennispunt Financiële Rechtspositie de hoogte van de uitkering berekenen aan de hand van de UWV-beslissing.
  • Als het dienstverband met een arbeidsongeschikte medewerker eindigt (met toestemming van het UWV of met een beëindigingsovereenkomst), controleer dan of het AAOP tot de einddatum aan de werkgever is uitbetaald. Is dit niet het geval, dan moet de werkgever dit achteraf verrekenen en wordt dit opgenomen in de beëindigingsovereenkomst of, als wordt opgezegd met toestemming van het UWV in de opzeggingsbrief en de eindafrekening.
  • Let op! De CAO Rijk is een standaard-cao. Dat betekent dat de werkgever niet ten nadele, maar ook niet ten voordele van de werknemer mag afwijken van de bepalingen in de cao. Je móet het AAOP dus verrekenen met het maandinkomen.

Bijzondere situaties

In het voorgaande zijn we uitgegaan van de ‘standaard’ langdurige arbeidsongeschikte medewerker. In de praktijk komen natuurlijk ook bijzondere situaties voor, die we hier nog kort benoemen. 

  • De medewerker vraagt zijn AAOP niet aan, ondanks dat hij er recht op heeft: in de CAO Rijk staat dat áls een medewerker recht heeft op AAOP, de hoogte van de uitkering wordt verrekend. Ook als de werknemer het AAOP niet aanvraagt verrekenen we het bedrag waar hij recht op heeft. Ons Kennispunt Financiële Rechtspositie kan dit bedrag berekenen voor de werkgever.
  • WIA en AAOP samen zijn hoger dan (70% van) het maandinkomen: een medewerker heeft récht op zijn WIA en AAOP, maar omdat we het loon doorbetalen moet dit verrekend worden. In sommige gevallen geeft de optelsom van het AAOP en de WIA-uitkering samen een hoger bedrag dan het bedrag van het maandinkomen. In dat geval wordt het hoogste bedrag uitbetaald! Kort gezegd: de medewerker krijgt altijd de optelsom van WIA en AAOP volledig uitbetaald.
  • Vervroegde IVA: als een medewerker een vervroegde IVA-uitkering krijgt, krijgt hij ook eerder dan dat hij 104 weken arbeidsongeschikt is de AAOP-uitkering. In dat geval verrekenen we de AAOP-uitkering ook na 104 weken arbeidsongeschiktheid. In de periode tussen de toekenning van de uitkering en de 104-wekengrens houdt de medewerker het AAOP en wordt dit niet verrekend.
  • Medewerker is herplaatst in nieuwe functie: als een medewerker wordt herplaatst in een andere passende functie ontvangt hij vanaf dat moment de AAOP-uitkering zelf en wordt deze niet meer verrekend met het maandinkomen. 
  • Toegenomen arbeidsongeschiktheid van een (nog) niet herplaatste medewerker: als het arbeidsongeschiktheidspercentage van een medewerker die (nog) niet herplaatst is door een herbeoordeling door het UWV ophoogt, gaat ook het AAOP ‘mee omhoog’. Deze verhoging verrekenen we met het maandinkomen.
  • Er zijn verschillende scenario’s denkbaar waarbij de verrekening van AAOP nóg ingewikkelder wordt, bijvoorbeeld die van een al dan niet herplaatste medewerker met of zonder WIA die opnieuw uitvalt vanwege dezelfde of een andere reden. Per situatie moet dan beoordeeld worden of de verrekening van AAOP anders moet. In dat geval adviseren we je altijd contact op te nemen met je huisjurist van AAA.

Tot slot

AAOP – wat moeten we daar mee? We hopen met dit artikel antwoorden te hebben gegeven op deze vraag. Tegelijk zijn we ons bewust van de soms ingewikkelde materie, zeker als je kijkt naar de bijzondere situaties die toch vaker voorkomen dan je denkt.  

Kom je er niet uit? Je huisjurist helpt je graag verder als zich problemen voordoen met aanvraag of verrekening van het AAOP. 

Heb je een andere vraag op het gebied van Sociale Zekerheid? De adviseurs van het Kennispunt Sociale Zekerheid beantwoorden je vraag via PostbusSocialeZekerheid@minbzk.nl.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.