Arbeidsovereenkomst

Op 1 januari 2020 is de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in werking getreden (Wnra; Staatsblad 2019, 385). Per die datum verleent niet langer een minister aanstellingen, maar zijn medewerkers werkzaam op basis van een arbeidsovereenkomst die is gesloten met de Staat der Nederlanden.

Op basis van de Ambtenarenwet 2017 geldt dat bij de arbeidsovereenkomst met een overheidswerkgever, de werknemer de status van ambtenaar heeft. Iedereen die werkt bij het Rijk is en blijft dus ambtenaar, omdat de Staat der Nederlanden een overheidswerkgever is.

Dit is ook de reden waarom er door de Wnra meer ambtenaren bijkomen. Zo zijn De Nederlandsche Bank (DNB), Sociale Verzekeringsbank (SVB) en het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) bijvoorbeeld per 1 januari 2020 ook overheidswerkgevers in de zin van de Ambtenarenwet 2017 en krijgen hun medewerkers daarmee ook de status van ambtenaar. Overigens zijn er ook uitzonderingen. Zo zijn medewerkers (zowel militairen als burgers) bij het ministerie van Defensie uitgezonderd van de Wnra. Dit geldt ook voor rechtsprekende leden bij de Rechterlijke Macht. Voor hen blijven de (eenzijdige) bestuursrechtelijke rechtspositieregelingen gelden.

Die status van ambtenaar betekent bijvoorbeeld dat de nieuwe medewerker een eed of belofte moet afleggen, dat hij een geheimhoudingsplicht heeft en dat hij zich dient te houden aan de integriteitseisen die de overheidswerkgever stelt. Net als nu kan daarbij van de nieuwe medewerker een Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) worden verlangd.

Huidige medewerkers krijgen van rechtswege een arbeidsovereenkomst. Nieuwe medewerkers tekenen een arbeidsovereenkomst. Net als nu is het daarbij afhankelijk van de bevoegdheidsverdeling binnen een ministerie wie die arbeidsovereenkomst namens de Staat der Nederlanden mag tekenen. Dat kan bijvoorbeeld een directeur zijn, maar misschien mag alleen de Secretaris-Generaal van het ministerie dat doen.

Als de medewerker per 1 januari 2020 werkt op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is bij de overstap naar een ander ministerie geen nieuwe arbeidsovereenkomst nodig, maar enkel een wijziging van de oude. Dit komt omdat de medewerker een arbeidsovereenkomst heeft met de Staat der Nederlanden en niet meer een aanstelling bij een minister.

In bijlage 4 bij de CAO Rijk zijn de modelarbeidsovereenkomsten opgenomen (en een toelichting hierop). Die teksten moeten worden gebruikt bij het in dienst nemen van medewerkers. In die modelovereenkomsten is overigens ruimte om, net als nu, aanvullende arbeidsvoorwaarden op te nemen.