De gevolgen van de fictieve opzegtermijn

Weblogs

Om een werknemer in aanmerking te laten komen voor een WW-uitkering wordt vaak gebruik gemaakt van de beëindiging met wederzijds goedvinden, door middel van een beëindigingsovereenkomst. Deze vorm van beëindigen leidt in beginsel niet tot verwijtbare werkloosheid, zodat de werknemer niet een WW-uitkering kan worden onthouden door UWV. 
Bij het opstellen van de beëindigingsovereenkomst moeten partijen wel alert zijn op de fictieve opzegtermijn. 

Contract schaar ontslag

In beginsel is er geen opzegtermijn van toepassing bij een beëindiging met wederzijds goedvinden, maar het is desondanks wel van belang om rekening te houden met de wettelijke opzegtermijnen. Dit omdat het UWV pas WW toekent vanaf het moment dat de wettelijke opzegtermijn afgelopen zou zijn (het UWV hanteert een fictieve opzegtermijn). Door rekening te houden met de duur van de wettelijke opzegtermijn voorkom je dat een ex-werknemer een periode geen inkomen heeft.

Opzegtermijn die geldt voor de werkgever

Het gaat hierbij om de opzegtermijn die voor de werkgever geldt. Een voorbeeld: de werknemer is sinds 1 januari 2016 in dienst. Dan geldt voor de werkgever een opzegtermijn van 2 maanden, want de werknemer is korter dan 10 jaar in dienst. De opzegging is altijd tegen het eind van de maand. Als in de maand februari 2024 afspraken op papier worden gezet over beëindigen van de arbeidsovereenkomst, geldt dat de arbeidsovereenkomst moet eindigen tegen 1 mei 2024. Als een eerdere einddatum van de arbeidsovereenkomst wordt gekozen, bijvoorbeeld 1 april 2024, ontstaat het recht op WW pas op 1 mei 2024. De werknemer zit dan een maand zonder inkomen.

Datum van ondertekening

En om het nog ingewikkelder te maken: het gaat om de datum waarop de beëindiging van de arbeidsovereenkomst schriftelijk is overeengekomen. UWV gaat daarbij in beginsel uit van de datum waarop de beëindigingsovereenkomst is ondertekend. Aan het schriftelijkheidsvereiste kan ook worden voldaan indien de beëindigingsovereenkomst door middel van andere correspondentie tot stand komt. Alle afspraken moeten dan wèl vastliggen in deze correspondentie en door beide partijen akkoord zijn bevonden. Kunnen deze afspraken in de correspondentie niet worden onderbouwd, dan wordt uitgegaan van de datum van de ondertekening van de beëindigingsovereenkomst.

Als de afspraken van bovenstaand voorbeeld in de beëindigingsovereenkomst worden opgenomen, maar één van beide partijen ondertekent pas in maart 2024, dan ontstaat het recht op WW pas op 1 juni 2024. Ook dan zit de werknemer een maand zonder inkomen.

Meer informatie

Heb je vragen over dit weblog? Je huisjurist helpt je graag verder. Als een arbeidsovereenkomst met een werknemer wordt beëindigd met een vaststellingsovereenkomst (beëindigingsovereenkomst), gebruik dan bij voorkeur de modelovereenkomsten die wij voor dit doel hebben opgesteld.

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.