Staat van de Staat – welke datum bepaalt de terugwerkende kracht bij herindeling?

Weblogbericht | 04-08-2025 | O&P Rijk | Advocaten en Adviseurs Arbeidsrecht

Van eerste verzoek tot uitspraak

Werkgever is al een tijdje druk met deze zaak, want al in november 2020 deden een aantal collega’s van de werknemer in deze kwestie al een verzoek bij de NVWA tot herwaardering van hun functie, die was toen nog op schaal 9. In eerste instantie zag de werkgever onvoldoende aanleiding voor een herwaarderingsonderzoek. Een tijdlijntje:

• November 2020: eerste verzoek tot herwaardering van de functie die dan in schaal 9 is ingedeeld.
• Juni 2021: advies van de Geschillencommissie: “De huidige functiebeschrijving is 10 jaar oud en de commissie ziet met het oog op de dynamiek in de sector landbouw daarin aanleiding voor een nieuwe functiebeschrijving.”
• Maart 2022: rapport herwaarderingsonderzoek: functie wordt gewaardeerd op schaal 10.
• Mei 2022: werkgever besluit rapport over te nemen en met terugwerkende kracht in te delen per 1 november 2020, dat is de datum van het eerste verzoek van de groep werknemers.
• December 2022: nog een uitspraak van de Geschillencommissie waar de uitkomst is dat de commissie vindt dat er terugwerkende kracht moet zijn tot 1 juni 2017. 
• Februari 2023: werkgever deelt werknemer mee dat hij de uitspraak van de Geschillencommissie niet overneemt.
• December 2023: kantonrechter oordeelt dat terugwerkende kracht tot 1 november 2020 oké is, werknemer krijgt ongelijk.
• Juli 2025: uitspraak Hof.

Terugwerken tot verzoek of tot vaststelling rapport mag

Het hof oordeelt dat het de werkgever vrij staat beleid te hanteren waarin de ingangsdatum van een herwaardering wordt gekoppeld aan:

• De datum van het functiewaarderingsrapport, of
• De datum van het verzoek om herwaardering (als de uitkomst van het onderzoek lang op zich laat wachten).

Dat beleid is volgens het Hof niet willekeurig of onredelijk, en dus ook niet in strijd met het goed werkgeverschap.   
“Een dergelijk – eenzijdig – beleid is anders dan [appellant] stelt niet willekeurig en/of arbitrair. Dit beleid is naar het oordeel van het hof ook niet onredelijk en in strijd met art. 7:611 BW.”

Maar: ik deed het werk al vóór die datum?

De werknemer voerde aan dat hij ook vóór 1 november 2020 werkzaamheden verrichte op het niveau van schaal 10, en dus recht had op eerdere inschaling. Het Hof overweegt dat het feit dat de werknemer ook in de periode van 1 juni 2017 tot 1 november 2020 werkzaamheden heeft verricht die (inmiddels) passen bij de inschaling in schaal 10 onvoldoende gewicht in de schaal legt om te oordelen dat NVWA als goed werkgever over die periode met [appellant] had moeten afrekenen conform schaal 10.
Conclusie:
De indeling van de functie met terugwerkende kracht per 1 november 2020 blijft staan, werkgever heeft daarmee als goed werkgever gehandeld. Werknemer wordt veroordeeld in de proceskosten.