OR-leden bieden een ander perspectief op het werk, waar je zelf nog niet aan had gedacht

Weblogs

Eline Kerpels (32) heeft twee banen tegelijk, zo zegt ze zelf. Ten eerste werkt ze als senior behandelfunctionaris in het team Intensief Toezicht bij de Dienst Toeslagen. Daar houdt ze zich bezig met het zo eerlijk en helder mogelijk inrichten van het proces rond fraudeonderzoek .  Hiernaast is Eline de voorzitter van de ondernemingsraad (OR) van Toeslagen. Ze zit - nu in haar tweede termijn - al vijf jaar in de OR. 

Als OR-voorzitter vindt Eline het belangrijk dat er een goede band is met het bestuur . Want ook al zijn er soms tegenstrijdige belangen, meestal gaan de belangen van de organisatie en het personeel gelijk op. En daarom zijn korte lijnen tussen OR en bestuur erg waardevol.

Op een gegeven moment heb je je beschikbaar gesteld voor de OR. Hoe vind je het tot nu toe?

“Het is heel tof. Echt één van de beste beslissingen uit mijn carrière tot nu toe.”

Wat vind je er zo leuk aan?

“Ik houd van afwisseling. Zoals ik het nu altijd omschrijf, heb ik gewoon twee banen tegelijk. En in beide banen kan ik andere dingen kwijt en heel andere dingen leren. Dat vind ik ontzettend leuk. Ik ben ook iemand die zich graag met grote vraagstukken bemoeit. Dat ik daar nu de kans voor krijg en dat er daadwerkelijk naar geluisterd wordt, geeft ontzettend veel voldoening.”

Wat zijn punten die je lastig vindt aan het OR-werk?

“Soms heb je een dubbele pet op. Zo was er enige tijd sprake van dat mijn afdeling in een reorganisatie zou terechtkomen. Dat is natuurlijk een situatie waarmee de OR zich sterk gaat bemoeien. Maar in dit geval was het ook iets wat mij en mijn directe collega's raakte. Daar word je door je collega’s ook op aangesproken: ‘Daar ga jij met de OR wel wat aan doen, toch?’ Dat brengt je in een lastige positie.”

“Gelukkig heb ik goede collega's bij de OR die het volledige dossier hebben overgenomen. En zowel binnen mijn team als binnen de OR heb ik duidelijk aangegeven: ‘Mij niet bellen, ik laat het aan mijn collega’s over.’ Want de collega’s in mijn team zijn mondig genoeg om aan de andere OR-leden te kunnen uitleggen hoe het team erin staat. En de OR is vakkundig genoeg om dit op te pakken zonder mijn bijdrage. Daar hebben we een werkwijze in gevonden die werkt. Maar ja, dat heeft wel momenten opgeleverd dat het even schuurde en spannend was.”

“Ik dacht wel eens: hoe ga ik dit doen? Want daar is geen handleiding voor. Het komt gewoon een keertje voor en dan moet je met elkaar het beste ervan maken. Maar achteraf gezien is het op een goede manier verlopen.”

“Het is een waardevolle toevoeging om de blik van de medezeggenschap al vroeg in je proces te hebben.”

Is dat een van je belangrijkste leerpunten geweest?

“Ja, ik denk het wel. Natuurlijk heb je soms tegenstrijdige belangen. Maar vaker gaan de belangen gelijk op. Mensen denken vaak dat de medezeggenschap altijd recht tegenover de bestuurders staat. Dat is absoluut niet het geval.”

“Als er tegenstrijdige of persoonlijke belangen spelen, dan is het belangrijk om bij jezelf te rade te gaan. Vind ik dit omdat het voor de organisatie niet goed is, of vind ik dit omdat het voor mij persoonlijk niet goed is? Dat is iets wat iedereen binnen de medezeggenschap zich af en toe moet afvragen. Wie vertegenwoordig ik hier nou precies? Want je hebt een grotere achterban te vertegenwoordigen en niet alleen jezelf of je eigen team.”

Wat zijn vanuit jouw OR-bril valkuilen voor een bestuurder of manager?

“Zorg ervoor dat je niet te laat op de lijn komt. Hoe eerder in het proces je contact zoekt met de OR, hoe beter. Ook al bevindt het proces zich in een vroege fase of is er nog geen knoop doorgehakt. Neem alvast contact op, zodat we weten wat er speelt en welke kant het wellicht opgaat. Dat zorgt ervoor dat je korte lijnen hebt en dat je goed kunt afstemmen hoe iets aan te vliegen, voordat je het formele proces ingaat. Mijn tip zou daarom zijn: betrek de ondernemingsraad heel tijdig.”

Als ik advocaat van de duivel speel: ik kan me voorstellen dat je als manager zegt: ‘Laat ik het eerst zelf maar op de rails krijgen. Dan komt de OR later wel.’

“Ja, dat is natuurlijk ook een tactiek die je kunt kiezen. Wat ik vaak terugzie bij andere medezeggenschapsraden, is dat het gevoel dan heerst dat de knoop al is doorgehakt en de OR enkel een formaliteit is. Dat is niet echt een basis voor vertrouwen.”

“Wij zijn een raad die juist op basis van vertrouwen acteert. Gelukkig gaat dat twee kanten op en betekent dat je meestal vroeg in het proces wordt betrokken. Dat wil niet zeggen dat wij de bestuurder altijd een heel andere kant op sturen. Maar soms zijn er wel dingen waarvan we zeggen: hebben jullie hier al aan gedacht? Nemen jullie dit wel mee? Als de plannen nog niet vastliggen, is daar ruimte voor.”

“Als wij een in beton gegoten plan op onze tafel krijgen en er wordt alleen maar gevraagd of we positief of negatief zijn, dan voelt het niet alsof we iets kunnen bijdragen. Dus ik zou zeggen tegen managers: ga uit van vertrouwen. Je kunt eerlijk tegen de raad zeggen dat je nog niet zeker weet of je iets gaat doen. Dat schept vertrouwen. Wees je ervan bewust dat het een waardevolle toevoeging is om de blik van de medezeggenschap, en dus van de werkvloer, al heel vroeg in je beslisproces te hebben.”

Welke tips wil je delen om te bouwen aan vertrouwen?

“Bij het vroeg betrekken moet je ook vertrouwen hebben, dat als iets nog een hersenspinsel is, dat het niet via de koffieautomaat bij Jan en alleman terechtkomt. Dus vertrouw erop dat de raad, als je iets in vertrouwen of onder embargo deelt, daarmee op een betrouwbare manier omgaat. Want vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Dat geldt beide kanten op. Wees daar open in en spreek dat naar elkaar uit.

Welk advies heb je voor managers of HR-medewerkers die te maken krijgen met een medezeggenschapskwestie?

“Zoek de korte lijnen op. Speel niet alles via het hogere management of via de bestuurders, maar zoek zelf rechtstreeks contact met bijvoorbeeld de voorzitter van de OR. Vraag gewoon eens: wat zijn de lijnen? Wat moet er in een adviesaanvraag staan? Ik denk dat de gemiddelde OR hartstikke blij is met korte lijnen en zulke vragen. Dat hoeft niet altijd via de bestuursadviseurs of via de bestuurders zelf.”

Een bestuurder denkt dan misschien: ho, dit gaat via ons, niet achter mijn rug om met de OR kletsen.

“Ik zou er zeker voor zorgen dat de bestuurder op de hoogte is. Vaak zie je dat aan die formele lijn veel waarde wordt gehecht. Terwijl je juist in de informele lijn meer en beter zaken kunt doen met elkaar. Dus communiceer niet alleen via memo’s en via adviesaanvragen met elkaar. Doe af en toe ook gewoon een benen-op-tafeloverleg, kijk hoe iedereen in de wedstrijd zit. Juist die informele lijn is ontzettend waardevol voor beide partijen.”

Wat zou je nog meer aan managers en HR-medewerkers willen meegeven?

“Vaak wordt gedacht dat de OR een blok aan het been is en altijd ergens tegen is. Er wordt soms – gelukkig niet overal – onnodig negatief over de OR gedacht. Maar ik zou zeggen: zie de OR juist als een toevoeging om je beslissingen beter te maken. Vaak bieden OR-leden het perspectief waaraan je zelf niet had gedacht. Door de brede vertegenwoordiging van de werkvloer kun je jouw beslissingen nog beter maken. Uiteindelijk hebben we allemaal hetzelfde belang: wat het beste is voor de organisatie. En wat het beste is voor de organisatie, is negen van de tien keer ook het beste voor het personeel.”

Meer informatie

Met deze mooie woorden van Eline, sluiten we het interview af. Wil jij advies over het samenwerken met de OR? Je huisadvocaat of -jurist helpt je graag verder!

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.