Een nieuwe RVU-regeling in de cao Rijk?

Weblogs

Laten we bij het begin beginnen: wat is de RVU ook alweer? RVU is de afkorting voor Regeling voor Vervroegde Uittreding. Een fiscale regeling die helpt om eerder met pensioen te gaan. Maar hoe is deze regeling eigenlijk ontstaan?

RVU, hoe zit het ook alweer?

Tot 2021 betaalde de werkgever een RVU-heffing van 52% als er een regeling werd aangeboden aan werknemers om eerder met pensioen te gaan en de periode tot de AOW-datum te overbruggen. Het was dus voor werkgevers helemaal niet aantrekkelijk om een dergelijke overbruggingsregeling aan te bieden, want naast de uitkeringskosten moest ook nog een RVU-heffing van 52% worden betaald. 

Tijdelijke versoepeling van de RVU-heffing

In het pensioenakkoord van 2019 is afgesproken dat deze RVU-heffing tijdelijk wordt versoepeld in de periode 2021 tot en met 2025 als de uitkering maximaal 36 maanden voor de AOW-leeftijd is afgesproken en het bedrag niet hoger is dan de drempelvrijstelling (€ 2.773 bruto per maand in 2025). Dat opende mogelijkheden om hiervan gebruik te maken bij cao-afspraken en zo gebeurde het ook in de CAO Rijk. 

De RVU-regeling in 2025 in de sector Rijk

In onze cao zijn afspraken gemaakt dat werknemers die vóór 1-1-2029 de AOW-gerechtigde leeftijd bereiken (dus zijn geboren vóór 1-10-1961) van een RVU-regeling gebruik mogen maken als zij minstens 43 dienstjaren hebben. De RVU-uitkering mag maximaal 24 maanden voor de AOW-leeftijd beginnen

En de RVU-regeling kent nog een tweede mogelijkheid; de individuele RVU-regeling. Als de werknemer en de leidinggevende allebei vinden dat het onzeker is of de werknemer tot AOW-leeftijd goed kan blijven werken mag de werkgever ook een individuele RVU afspreken. De werknemer hoeft dan niet te voldoen aan de eis van 43 dienstjaren en de individuele RVU-uitkering mag maximaal 36 maanden voor de AOW-leeftijd beginnen. De overige voorwaarden van de RVU-regeling (onder andere geboren vóór 1-10-1961) gelden ook bij een individuele RVU. 

In beide gevallen moet de uitkering bovendien worden aangevraagd vóór 1 januari 2026. De uitkering mag dan wel nog op een later moment ingaan in 2026, 2027 of 2028.

Ook een RVU-regeling ná 2025?

Het kabinet, vakbonden en werkgevers hebben in oktober 2024 een onderhandelaarsakkoord bereikt over een structurele (nieuwe) RVU-regeling voor werknemers met zwaar werk. Er is afgesproken dat er voor werknemers die dat echt nodig hebben, óók na 2025 een regeling is om met vervroegd pensioen te gaan. Daarnaast mag de uitkering ook € 3.600 bruto per jaar hoger zijn voor zogeheten ‘knellende situaties’. Veel werknemers met een zwaar beroep hebben een relatief klein pensioen. Zij hebben dan niet de mogelijkheid om de RVU-uitkering voldoende aan te vullen met pensioen. Dat is in de huidige regeling, voor deze groep werknemers, vaak een beletsel om gebruik te kunnen maken van de RVU. Door de uitkering te verhogen wordt de RVU-regeling ook voor werknemers met een laag inkomen toegankelijker, zegt het akkoord. 

Vakbonden en werkgevers kunnen dus aan de cao-tafel overeenkomen om mensen met een zwaar beroep drie jaar eerder met pensioen te laten gaan. Maar zij moeten onderbouwen welke functies als ‘zwaar’ worden aangemerkt. Een externe partij moet vervolgens deze onderbouwing beoordelen. De regeling is daarmee alléén bedoeld voor werknemers met zwaar werk.

Onze conclusie

In de dagelijkse praktijk van het Kennispunt Financiële Rechtspositie (KFR) komen hierover veel vragen binnen. Werknemers verwijzen dan naar het onderhandelaarsakkoord van oktober 2024 en concluderen dat de RVU-regeling wordt voorgezet. Maar zo gemakkelijk zal het niet gaan. 

Cao-partijen aan zet

Allereerst zijn de cao-partijen aan zet. Werkgever en werknemersorganisaties aan de cao-tafel zullen samen moeten bepalen of in de CAO Rijk een nieuwe RVU-regeling wordt toegevoegd. Maar we hébben al een regeling voor zware beroepen in onze cao, namelijk de SBF-regeling (Substantieel Bezwarende Functies). De vraag is dus of buiten deze functies die recht hebben op SBF nog andere functies zijn te noemen met zwaar werk. 

Daarnaast is in de afgelopen decennia gebleken hoe moeilijk het is om grenzen te stellen wie wel of wie geen zwaar werk heeft. Daar is tot op de dag van vandaag nog altijd geen antwoord op gegeven, ook niet in andere sectoren. 
Vervolgens moet (objectief door een externe partij) nog worden beoordeeld of deze functies daadwerkelijk zwaar werk betreffen en of de onderbouwing die door cao-partijen is omschreven daadwerkelijk klopt.

Kennispunt Financiële Rechtspositie (KFR)

Heb je vragen over financiële consequenties bij mobiliteit, een loopbaanstap, reorganisatie/ organisatieverandering, Van Werk naar Werk, inplacement/outplacement, ontslag, ziekte, WIA of (vervroegd) pensioen? Het Kennispunt Financiële Rechtspositie wijst werkgevers en werknemers hierbij de weg

Reactie toevoegen

U kunt hier een reactie plaatsen. Ongepaste reacties worden niet geplaatst. Uw reactie mag maximaal 2000 karakters tellen.

* verplichte velden

Uw reactie mag maximaal 2000 karakters lang zijn.

Reacties

Er zijn nu geen reacties gepubliceerd.